Voordat je kunt overgaan om de succesfactoren te bepalen dienen we eerst kort te omschrijven wat men verstaat onder de term ‘Cloud Computing’
Beschrijving van Cloud computing
De beschrijving van Cloud computing wordt het best benaderd door het NIST. Hierbij heeft men vijf kenmerken waaraan Cloud computing voldoet. Maar het probleem met dit concept is dat het op enorm veel verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden. In ieder zijn belevenis kan Cloud computing totaal anders zijn. Daarom is het belangrijkste dat men moet onthouden dat het “everything-as-a-service” is. Cloud computing is in feite eerder een nieuw business-model, dan een nieuwe technologie.
Er bestaan drie type aanbieders in de Cloud. Je hebt de Cloud-builders, dit zijn fysieke bouwers op de infrastructuur-server. Dan zijn er de Cloud-resellers, deze tweede groep gaat voornamelijk doorverkopen. Net zoals een systeem-integrator doet of zoals men printers verkoopt. Als derde groep vinden we de serviceproviders. Het verschil tussen de providers en de resellers is dat een provider naast een hele diensten-portfolio de connectiviteit gaat beheren. Hierdoor kan de provider een end-to-end oplossing aanbieden aan de klanten, inclusief bandbreedte, connectiviteit en verbindingen.
Voor- en nadelen
Het grootste nadeel is dat je niet alles in de Cloud kan zetten. Daarom moet men op voorhand een assessment maken waarbij men de kritische en niet-kritische applicaties van de onderneming moet oplijsten en nakijken welke niet-kritische men in de Cloud kan zetten. Er zijn drie redenen waarom men niet alles in de Cloud kan zetten. Ten eerste zijn er de bedrijfskritische applicaties, deze applicaties mag men niet verliezen want anders kan het bedrijf zijn normale bedrijfsvoering niet doen. Ten tweede is sommige informatie zeer bedrijfsgevoelig. Ook deze data kan men niet zomaar in de Cloud zetten. En ten derde, sommige applicaties zijn niet klaar om in de Cloud- omgeving te kunnen werken. Een applicatie in de Cloud moet multi-tenant en multitier zijn. Multi-tier wil zeggen dat de applicatie intelligent is en dat deze weet waar de gebruiker zich bevindt. Stel dat men vertrekt richting Azië, en men gaat in Azië inloggen op Facebook, dan weet die applicatie waar men zich exact bevindt en zal zij verbinding maken met het dichtstbijzijnde datacentrum.
De factor kostenbesparing wordt vaak als één van de hoofdredenen gezien voor bedrijven om Cloud computing te gebruiken. Dit is in feite één van de slechtste elementen om iets met Cloud te doen. Natuurlijk zal men van een CAPEX naar een OPEX-model gaan, dus hierdoor hoef je vooraf geen grote investeringen te doen. Dit is een goed antwoord op de huidige Belgische economie. IT managers hebben al jaren dezelfde stress, do more with less. En dan is een Cloud-oplossing hierbij ideaal, want dan hoeft men geen hardware aan te schaffen en enkel een ‘per user’-model toe te passen.
Qua algemeen aanvaarde standaarden zit men nog een heel eind. Men is er wel mee bezig, zo heeft men binnen de Europese Commissie speciale groepen opgesteld die werken rond dit thema. Het nadeel verbonden aan de Europese Commissie is dat deze groep uit een 80-tal stakeholders bestaat waarbij de grote spelers (SalesForce, Oracle, Google,…) mee aan tafel zitten. Deze partijen willen het beste voor zichzelf en willen geen Europese regels die in hun nadeel zouden kunnen werken.
Mogelijke succesfactoren
a. Bedrijf
De grootte van de onderneming speelt bij Cloud computing helemaal geen rol. Dit komt omdat Cloud alles overkoepelt. Bij een traditionele IT is men geneigd om verticale segmenten te maken. Hierbij heeft elke segmentatie zijn eigen specialisaties. Men gaat zich toespitsen op een bepaald type onderneming waarbij de grootte wel een rol speelt. Terwijl bij Cloud computing geen enkel bedrijf zou zeggen dat ze niets met Cloud computing zouden kunnen doen. Of men nu een bedrijf is van 100 werknemers of 1000 werknemers, de Cloud-infrastructuur zal geen impact hebben op de lokale structuur. Het zal wel zo zijn dat het voor een kleiner bedrijf een eenvoudigere stap is, terwijl het voor een grote onderneming een traject is waarbij men een aantal stappen moet zetten.
b. Voorbereiding
Een groot nadeel van Cloud computing is dat je niet alles in de Cloud kan zetten. Daarom moet men op voorhand een assessment maken. Hierbij moet men de bedrijfskritische en niet- bedrijfskritische applicaties die een bedrijf gebruikt gaan oplijsten en gaan kijken of we de niet- kritische applicaties in de Cloud kunnen zetten. De Cloud is een online omgeving waarbij men overal en altijd bereikbaar moet kunnen zijn. Maar, het is geen simpele opdracht om de connectiviteit overal te kunnen garanderen. In België zijn er nog heel wat black-spots, hele streken, industrieterreinen waar nauwelijks verbinding is.
Deze assessment moet ook gedaan worden met de data die men in huis heeft. Hierbij gaat men de gevoelige informatie onderscheiden van de niet-gevoelige informatie. Een ziekenhuis is bijvoorbeeld verplicht om patiëntendossiers bij te houden. Een patiënt wenst niet dat al zijn persoonlijke gegevens beschikbaar zouden komen op het internet. Daarom is het belangrijk dat men eerst en vooral dataclassificatie doet. Deze classificatie bestaat uit twee onderdelen, ten eerste ga je dus de gevoelige data onderscheiden en ten tweede ga je de cold van de hot data onderscheiden. Hot data zijn data die zeer frequent worden geraadpleegd, cold data zijn data die amper worden geraadpleegd. Hierbij gaat men de storagecapaciteit herverdelen of offloaden.
De dataclassificatie is voornamelijk belangrijk om als bedrijf te kijken welke informatie men beschikbaar gaat stellen, wie er toegang toe heeft en welke administratieve rechten men nodig heeft.
Een exit-plan is belangrijker dan een implementatieplan. Een voorbeeld, een Facebook-account aanmaken kan in een aantal tellen gebeuren. Maar het verwijderen van het account is zeer moeilijk. Dit zien we ook terug binnen Cloud, als bedrijf is het zeer gemakkelijk om Cloud op te starten, dat is ook de troef van de Cloud-serviceprovider. Het grootste nadeel hieraan verbonden is dat er vaak een bepaalde lock-in is. Als bedrijf is het belangrijk dat men dan weet hoe men eruit kan stappen en of men alle data terug krijgt en in welke vorm; moet men daarna alles terug van nul herbeginnen of niet? Daarom moet men, voor men in de Cloud stapt, goed nadenken over een Exit-policy en een Exit-strategie. Vaak worden er geen duidelijke afspraken gemaakt omtrent de Exit-strategie. Het kan dat je alle data terug krijgt, zelfs de virtuele servers, maar dat het enorm veel geld kost om dit terug te krijgen.
c. Projectmanagement
De traditionele evaluatiemethoden zoals NPV, Cashflow, PBP, enz. komt men nog steeds tegen bij projecten rond Cloud computing. Wat opgemerkt kan worden is dat deze methoden eerder als houvast worden gebruikt om een bepaalde methodiek te hebben van hoe men met al die procedures omgaat. Bij Cloud computing is het zeer verschillend, de ene doet het met de natte vinger en vanuit het buikgevoel en er zijn anderen die alles volgens procedures laten verlopen (bijvoorbeeld ISO-standaarden).
Voor elk project moet er een gepaste projectmanagement methode gebruikt worden. Toch merkt men hier dat het zeer moeilijk is om te gaan bepalen welke methode er gekozen zal worden. De methode die men zal gebruiken hangt af van het type project, van de project leider, van de manager, de processen, procedures,…
Prototypes moet men binnen de context van Cloud computing zien als testing & development. SaaS-spelers zijn verplicht om versiecontrole uit te voeren, de reden hiervoor is dat het hier over een applicatie gaat die multi-tenant is. Deze applicatie kan honderden tot duizenden bedrijven bereiken, dus een nieuwe versie bereikt ook al deze bedrijven. Als er dan een fout in een update zit, dan zal deze fout ook al deze bedrijven bereiken. Test en Development wordt dus zeer belangrijk voor SaaS-spelers. Voor IaaS-spelers is zo’n prototype minder belangrijk, want indien het een keer werkt, dan zal die infrastructuur blijven werken.
d. Standaardisatie
De meeste Cloud-diensten zijn gestandaardiseerde producten. Bij de grote publieke spelers is het zeer moeilijk om deze aan te passen en dus werkt men best met een gestandaardiseerd product. Zo is bijvoorbeeld een Gmail-account een zeer standaard product. De functionaliteiten zijn dezelfde als deze van elk ander Gmail-account, niet meer en niet minder. Als men een aangepaste versie wil, dan gaat dat niet.
Dankzij deze standaardisatie haalt men ook een economisch schaalvoordeel. Wanneer men werkt met gestandaardiseerde producten, dan is het uitrollen van een platform zeer snel gedaan. Hierdoor kan het bedrijf veel sneller het platform opbouwen en hoeven er geen andere investeringen gedaan worden.
e. Project-team
Bij het bepalen van de leden van een projectteam moet men eerst nagaan of het gaat over een publieke, private of hybride Cloud-oplossing. Binnen dit hybride-stuk heeft men nog twee vormen, namelijk een private-publieke-omgeving en een on-premise-private-omgeving. Na het bepalen van de Cloud-omgeving moet men de scope definiëren.
Het is ook belangrijk te bepalen welke partij welke taken krijgt. Welke zaken doet de serviceprovider en wat moet de klant doen. Daarom moet het projectteam bestaan uit mensen van de serviceprovider en interne mensen van de organisatie.
f. Management
Dat controle bij topmanagement zou moeten liggen is niet zo belangrijk binnen Cloud computing. Wat wel belangrijk is, is dat er buy-in is van het management zodat ze betrokken zijn bij het project. De controle van een project moet bij het IT-management liggen en bij het projectteam.
Een bestuurscomité is een onderdeel dat bestaat uit managers en leidinggevende functies en dat verantwoordelijk is voor de implementatie. Het is zeer belangrijk dat deze organen regelmatig met elkaar vergaderen. Deze opvolging mag wekelijks gebeuren wanneer het over een project gaat dat meerdere weken tot maanden duurt.
g. Aanbieder
Hard-to-imitate producten zijn producten waarmee een organisatie zich kan onderscheiden van de concurrentie. Maar dit speelt geen rol binnen Cloud computing. Het is namelijk zo dat men eerder de algemene zaken zoals bijvoorbeeld email, archivering, back-up,… gaat outsourcen naar een Cloud.
Als men wil dat het acceptatie-niveau van een platform snel en vlot verloopt, dan moet men dat zo wijd en verspreid mogelijk maken. Hierbij mogen er dan geen onderscheidende, speciale afwijkingen op zijn. Als voorbeeld kan men Dropbox nemen. Een paar jaar terug beweerden de meeste IT-afdelingen dat dit geen goede oplossing was omdat dan alles in de Cloud staat. Ze wilden dit allemaal liever intern houden. Op dat moment begonnen ze eigen oplossingen te verzinnen. Maar toen wou de gebruiker deze functies op een smartphone kunnen gebruiken en kwam er vraag naar een applicatie voor deze mobiele telefoon. De uitgevonden oplossingen van de bedrijven konden niet in een applicatie gegoten worden omdat deze veel te ingewikkeld waren.
Kortom de kunst is niet hard-to-imitate, maar eerder you-better-imitate. Als je Dropbox succesvol wil maken in je organisatie, zorg dan dat de interface Dropbox-alike is, maak het zo gelijkaardig dat de gebruikers het gemak inzien. In het Cloud-fenomeen is dat zeer belangrijk want de users kennen het al, dus werk er op voort.
Ervaringen met gefaalde implementaties
Gefaalde Cloud-implementaties komen (nog) niet vaak voor in België, omdat de Cloud-technologie nog maar in de kinderschoenen staat. Men is nu pas bezig met de eerste grote implementaties. De meest voorkomende fout bij gefaalde projecten is dat er geen dataclassificatie is gedaan, noch een assessment van wat alle applicaties zijn en welke kritisch en niet-kritisch zijn.
Toekomst van Cloud computing
Binnen deze evolutie zijn er een aantal waves. Momenteel zitten we in de eerste wave waarbij de virtualisatie de eerste stap heeft mogelijk gemaakt. Hierdoor kan men de besturingssoftware loskoppelen van de hardware. De grote uitdaging voor Datacenters en Cloud-serviceproviders is dat men steeds meer moet kunnen bereiken met minder middelen. Dus men moet meer opslagruimte kunnen aanbieden met steeds minder servers. Dit terwijl men minder elektriciteit moet verbruiken en groener moet kunnen werken. De tweede uitdaging is dat bedrijven steeds sneller moeten kunnen reageren op marktsituaties. Hierbij is Cloud een goede oplossing. Het laat toe om flexibeler om te gaan met de capaciteit die men nodig heeft, waarbij de gebruiker enkel betaalt voor het gebruik. Doordat Cloud zo interessant wordt, staat de Cloud-serviceprovider nu voor de uitdaging om aan de verwachtingen te kunnen blijven voldoen. Binnenkort zal de tweede wave ons bereiken. De tweede wave zal ervoor zorgen dat we alles met elkaar kunnen verbinden, Internet of Things. Dit zal een gigantisch platform vergen zodat alles verbonden kan worden. Dit platform zal een Cloud-omgeving zijn omdat dit de enige mogelijke manier is. Dus in feite is Cloud maar pas de basis van wat er allemaal nog zal komen.
Interview met de CloudMakelaar na aanleiding van het schrijven van mijn thesis voor de faculteit economie en bedrijfswetenschappen campus Brussel
Auteur: Yannick Devits
mooi samengevat Peter! Ik hoop dat dit kan helpen aan de opbouw van Cloud Computing binnen Belgie!