Uit een recentelijk gehouden onderzoek blijkt dat het aantal kruideniers weer aan het toenemen is. Na een ‑voor deze lokale detaillisten dramatische periode- is het kennelijk zo dat niet iedereen op Albert Heijn, Colruyt en Lidl zit te wachten. Niet zo vreemd eigenlijk, want zo’n winkel om de hoek heeft doorgaans het zelfde primaire productaanbod, is makkelijk te bereiken en het serviceniveau is ongekend hoog. De supermarkt kolossen zullen nooit meer uit het straatbeeld verdwijnen, maar kennelijk is er ook een markt voor lokale partijen. Van Supermarkt naar Cloud lijkt een brug te ver, maar ik zie hier wel degelijk een parallel.
In de afgelopen jaren werd de ene na de andere public cloud geïntroduceerd. Meestal door partijen waar je het eigenlijk wel van had verwacht, maar soms kwam het ook uit totaal onverwachte hoek. Neem Amazon. Van origine een e‑commerce omgeving en nu met zijn Amazon Web Services de meest succesvolle leverancier van ‘Infrastructure as a Service’ en daarmee de onbetwiste marktleider. Microsoft kon uiteraard niet achter blijven en lanceerde haar platform Azure. En het woord ‘platform’ is hier op zijn plaats. Microsoft faciliteert immers niet alleen een infrastructuur, maar voegt daar ‑hoe kan het ook anders- haar software aan toe.
HP en IBM, beiden van oudsher actief in het domein van hard- en software, kwamen met de Helion Public Cloud, respectievelijk IBM Cloud (gebaseerd op de technologie van SoftLayer). Oracle (ooit, net als Microsoft, sec software leverancier) kan haar klanten voorzien van rekenkracht met Oracle Compute Cloud Service, en het laat zich raden voor welke software dit platform geoptimaliseerd is. Een andere ‑niet meer weg te denken software leverancier- diende zich eveneens aan: VMware. Met vCloud Air wordt een infrastructuur geboden die het vertrouwde vSphere als basis heeft. Daarmee baant VMware, net als HP, IBM, Microsoft en Oracle dat doen, een weg naar de cloud voor haar trouwe klantenschare.
Zijn we er dan? Eh nee, want laten we vooral die andere hele grote jongen niet vergeten: met haar Google Cloud Platform gaat Google de strijd aan met AWS. En net als alle andere spelers worden ‘features’ als schaalbaarheid, elasticiteit, geautomatiseerde ‘provisioning’, ‘interoperability’, ‘orchestration’, lage ‘latency’, beveiliging en compliance sterk benadrukt. En natuurlijk stelt men een keur aan ‘application stacks’ ter beschikking, gaat het over een lage TCO en is het allemaal ‘pay per use’, ‘pay as you go’, ‘pay as you grow’ of ‘utility style costing’.
Klaar met alle supermarkt molochs? Nope. We hebben nog: Rackspace, groot geworden met IaaS en mede grondlegger van OpenStack; AT&T Cloud Architect, van oudsher sterk in het enterprise segment; CenturyLink Cloud, wellicht niet zo bekend, maar volgens Gartner een visionair; Verizon (Terremark), met het langste track record in public cloud IaaS en CSC CloudCompute, al decennia lang sterk in IT outsourcing. De fundering om al deze ‘supermarktketens’ in kaart te brengen vinden we terug in het Magic Quadrant for Cloud Infrastructure as a Service van Gartner (waar overigens ook nog Dimension Data, Joyent, Fujitsu, Virtustream en GoGrid worden genoemd). Dit rapport is van 28 mei 2014, redelijk recent dus, maar toch ondertussen alweer verouderd. EMC kondigde recentelijk aan een publieke cloud te faciliteren en, om de ‘onverwachte hoek’ nog maar even te belichten, SaaS provider bij uitstek Salesforce kondigde haar Salesforce1 platform aan waarmee zij een PaaS in de cloud aanbiedt.
Hoeveel meer kunnen we nog verwachten? Het huidige aantal public cloud providers in combinatie met hun omvang en financiële draagkracht zorgt ogenschijnlijk voor straten vol met megastores. Persoonlijk reken ik nog op Apple en Dell. Die kunnen ook nog wel eens op de proppen komen met een eigen compute cloud en wat te denken van andere giganten zoals Facebook en Alibaba? Hoe dan ook, het aantal ‘supermarkten’ zal alleen nog maar toenemen. De vraag rijst dus of er tussen al dit geweld nog plaats is voor een kruidenier (lees: lokale public cloud provider)?
Het antwoord op die vraag is dichtbij. Als voorbeeld noem ik CloudVPS. Zij zijn in het licht van de vraagstelling ‘the proof of the pudding’. Een zeer succesvolle Rotterdamse onderneming die zich met haar cloud propositie richt op het faciliteren van een ‘Infrastructure as a Service’. Alle al eerder genoemde ‘features’ zijn van toepassing waardoor er sprake is van een hoge mate van professionaliteit met een al even hoge ambitie. Die ambitie laat zich onder andere vertalen naar het feit dat CloudVPS de eerste Europese OpenStack Cloud introduceerde.
Zijn zij daarmee dan de ‘kruidenier’? Waarschijnlijk doe ik ze daarmee ernstig te kort, maar feit is wel dat ze honderd procent Nederlands zijn en dat hun platform (en dus alle klant gerelateerde data) op Nederlands grondgebied staat. ‘Last-but-not-least’: in vergelijk met alle eerder genoemde partijen vind je op de website van CloudVPS een telefoonnummer. Klanten kunnen bellen, krijgen direct iemand te spreken en worden met raad en daad ter zijde gestaan. Je weet wel, die jongen bij de kassa die jou bij naam kent en die de boodschappen voor je inpakt.
Auteur: Robèr van den Brink