Het opslaan van computergegevens via internet is tegenwoordig gemeengoed. Maar door de onthullingen over internetspionage staat de toekomst van de ‘cloud’ zoals we die nu kennen onder druk.
In Maart vorig jaar lukte het voor het eerst: het bepalen van een positie op aarde met behulp van de Europese Galileo satellieten.
Voor het einde van dit decennium moet de Europese variant van GPS klaar zijn. Dan beschikt Europa net als de VS en Rusland over een wereldwijd systeem voor satellietnavigatie. Ook China werkt aan zijn eigen versie.
De inzet van enorme datacentra om gegevens via internet op te slaan, ofwel ‘cloud computing’, zou over enkele jaren weleens net zo versnipperd kunnen zijn als satellietnavigatie. Door de onthullingen van klokkenluider Edward Snowden zijn steeds meer landen ‘cloudbewust’. Ze vertrouwen hun gegevens niet zomaar meer toe aan het databeheer van Amerikaanse techbedrijven, dat niet veilig is gebleken voor de nieuwsgierige neuzen van de geheime dienst in de VS.
‘Lokale’ opslag van gegevens
In Europa is een project gestart om een eigen Europese cloud te ontwikkelen die onder Europese wetgeving valt. Het zal nog wel even duren voordat die er daadwerkelijk komt, want landen als Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië zitten nog niet op een lijn. Maar het geeft wel de teneur aan: we slaan gegevens liever zelf op.
Zo denkt men ook in Brazilië. Daar ligt momenteel een wetsvoorstel klaar waarin staat dat gegevens van Braziliaanse burgers alleen op servers in Brazilië opgeslagen mogen worden. Dat zou bijvoorbeeld betekenen dat een bedrijf als Google nieuwe datacenters moet bouwen in het land om aan de wet te voldoen. Doet het dat niet, dan volgt een enorme boete. De zoekgigant heeft al gedreigd om zijn diensten te sluiten voor Brazilianen.
Schade voor technologie firma’s VS
Google is niet de enige die mogelijk last gaat krijgen van de strengere regels rondom dataopslag. Meerdere Amerikaanse techbedrijven zeggen dat de spionageschandalen en de maatregelen die landen daartegen nemen, hun inkomsten schaden, schrijft The Wall Street Journal. Onder meer door de bouw van nieuwe datacentra om lokale opslag mogelijk te maken, maar ook doordat consumenten en bedrijven Amerikaanse technologie firma’s mijden.
Microsoft heeft al aangekondigd dat het niet-Amerikaanse klanten de keuze gaat bieden om gegevens buiten de VS op te slaan. Andere technologie bedrijven zeggen daartoe ook bereid te zijn, maar de kosten voor extra datacenters worden doorberekend aan de klant.
Data uit andere landen halen
Lokale opslag is een ding, maar sommige Amerikaanse multinationals vrezen dat de maatregelen straks nog een stapje verder gaan. Misschien is het binnenkort niet meer mogelijk om eigen bedrijfsgegevens uit sommige landen naar het hoofdkantoor in de VS te halen.
Daren Orzechowski van advocatenkantoor White & Case zegt tegenover The Wall Street Journal dat bedrijven “bezorgd zijn dat landen barrières op gaan werpen”. En dat heeft een prijs: het wordt moeilijker om op wereldwijde schaal samen te werken en te handelen via internet.
Nieuwe concurrenten voor Google en Amazon
Maar niet iedereen ziet het zo somber in. Forrester-analist Andrew Bartels benadrukt dat door de NSA-onthullingen mensen zich bewust zijn geworden van de risico’s van cloudopslag. Dat is positief.
Door de ophef rondom het opslaan van gegevens in de VS krijgen andere landen nu de kans om hun eigen opslagconcerns op te richten, die de concurrentie met Amazon en Google aan kunnen gaan.
“Dat zal leiden en heeft al geleid tot lagere groei voor cloudbedrijven”, aldus Bartels. Maar dat betekent niet dat de cloud een aflopende zaak is. Het geld zal simpelweg stromen naar andere concerns. Bartels: ”Ik denk niet dat de Amerikaanse technologie bedrijven het van God gegeven recht hebben om te domineren.”
-Auteur: Herwin Thole