Als Europa bedrijven als Google, Facebook of Apple wil voor­brengen, dan moet het kiezen voor een sterke overheid die de markt vormgeeft op een inno­va­tieve manier. Dat zegt Mariana Mazzucato, econoom aan de Univer­si­teit van Sussex in Engeland. Ze geeft ook geregeld advies aan Europese beleidsmakers.

In een verras­send praatje op Ted​.com, het video­plat­form dat ideeën verspreidt, zegt Mazzucato dat EU-beleids­ma­kers zich wel eens het hoofd breken over de vraag waarom Europa geen vernieu­wende bedrijven in het rijtje van Google of Apple voort­brengt. Ze peinzen zich suf over het geheim van de Ameri­kaanse techhub Silicon Valley. Vaak komen ze dan uit bij de rol van de overheid. De overheid in Europa is te groot en heeft niet toege­laten dat er zich een sterke markt ontwik­kelde voor risi­co­ka­pi­taal­ver­strek­kers en voor de commer­ci­a­li­se­ring van nieuw ontwik­kelde tech­no­lo­gieën. Net die twee zaken zijn grote troeven van Silicon Valley. De staat zou zich moeten beperken tot haar basistaken en alleen ingrijpen als de markt faalt, is hun redenering.

Die rede­ne­ring spreekt Mazzucato tegen. Een inno­va­tief toestel als de iPhone kon enkel ontwik­keld worden nadat de staat inves­teerde in innovatie, risico’s nam en zelf voor durf­ka­pi­taal­in­ves­te­ring zorgde. De meeste succes­fac­toren van de iPhone zijn ontwik­keld door of dankzij de staat, niet zelden het leger: het internet, mobiele tele­foon­net­werken, gps, micro­chips, siri en het aanraak­scherm. Pas nadat die inno­va­ties waren gebeurd, was Apple aan zet. Ook in andere sectoren, de farma­sector bijvoor­beeld, zag ze dat de overheid in de VS niet alleen de markt moet herstellen bij markt­falen, maar de markt actief mee moet vormgeven.

Ze pleit ervoor de staat niet te zien als een trage, risi­co­a­verse mastodont met een beperkte rol, maar om te kiezen voor publiek-private samen­wer­king, waarin de overheid zelf volop innoveert, risico’s neemt en investeert.

-Auteur: Benny Debruyne

Pin It on Pinterest

Share This