De strategische betekenis van de Cloud (2)
Hoe ziet die ‘unbundling’ van het primaire proces er dan uit? Dat is nu precies wat de Cloud doet: ontkoppeling van de schijnbaar logische bundeling van de verschillende lagen in de IT-stack in de drie lagen van de Cloud-stack: een Infrastructure-as-a-Service laag, een Platform-as-a-Service laag en een Software-as-a-Service. Om dat toe te lichten pellen we die lagen één voor één af:
- De Infrastructure-as-a-Service laag is in feite de fabriek van de Cloud. Hier kan, dankzij geautomatiseerde provisioning systemen, on-demand machinecapaciteit bij- of uitgeschakeld worden. De snelheid en flexibiliteit waarmee dat kan geeft op zichzelf al een versnelling aan het proces om een nieuwe dienst in gebruik te nemen. Bovendien kunnen, dankzij virtualisatie, alle beheer activiteiten volledig geautomatiseerd worden, waardoor er per systeembeheerder veel meer servers in de Cloud beheerd kunnen worden dan buiten de Cloud. Uit marktonderzoek door Intel blijkt dat in de periode voor de virtualisatie er gemiddeld 35 servers per systeembeheerder beheerd konden worden. Na de golf van virtualisatie staat de teller op 42 servers per systeembeheerder, een teleurstellend resultaat als je bedenkt wat die virtualisatie allemaal gekost heeft. In de Cloud blijken IaaS providers echter tot wel meer dan 2000 servers per systeembeheerder te kunnen beheren. Het volume stelt hen in staat om de automatisering van beheertaken tot in het oneindige door te voeren. Beheren moet je automatiseren. Dat resulteert in ‘Economies of Scale’, waar een gewoon datacenter niet in de buurt kan komen.
- Platform-as-a-Service is de laag, waarop enerzijds de applicaties geprogrammeerd worden, anderzijds de integratie van applicaties plaats vindt met behulp van proces automatisering met als resultaat een maatwerk oplossing per klant. Dat behoeft nadere toelichting. Bij de meeste ‘Platform-as-a-Service’ providers kunnen klanten kiezen uit diverse applicaties in een zogenaamde application store, een soort Bol.com voor online applicaties. De klant kan daardoor zelf zijn eigen eindproduct samenstellen. Omdat deze applicaties allemaal op hetzelfde platform draaien is de integratie in een handomdraai geregeld. Het idee, dat je on-demand applicaties kan bestellen en on-demand kan assembleren tot je eigen eindproduct, zou je “Mass-customisation by postponement of assembly” kunnen noemen. Of in goed Nederlands: het Klanten-Order-Ontkoppel-Punt schuift naar achteren en tegelijkertijd wordt de doorlooptijd van de assemblage tot nul gereduceerd. De droom van elke bedrijfskundig ingenieur.
Behalve de standaard applicaties, die aangeboden worden door de PaaS provider, kunnen softwareproducenten of klanten op de ‘Platform-as-a-Service’ laag ook hun eigen applicaties bouwen, daarbij gebruik makend van reeds bestaande modules of componenten. Modules voor bijvoorbeeld de synchronisatie met mobieltjes of de plug-in van een betalingssysteem hoeven niet meer zelf ontwikkeld te worden, maar zijn als standaard componenten op het platform beschikbaar. Voorbeelden uit de praktijk tonen aan dat de doorlooptijd voor de ontwikkeling van een applicatie door een softwareproducent met meer dan de helft gereduceerd kan worden, vergeleken met de tijd die nodig is om alle modules en componenten zelf te programmeren. Het feit dat ook klanten kunnen programmeren op het PaaS platform betekent twee dingen:
- Er komt een eind aan het oerwoud van onbeheerde Excel spreidvelletjes en andere knutsel frutsels, waarvan niemand het beheer voert en waarvan alle mailboxen uitpuilen. In plaats daarvan kunnen klanten op een PaaS platform een eigen app programmeren, die ze direct online beschikbaar kunnen stellen aan collega’s en waarvan het beheer centraal geregeld kan worden;
- Doordat ze zelf op het PaaS platform kunnen programmeren kunnen klanten, in aanvulling op hun standaard applicaties, het laatste stukje maatwerk bouwen om snel en flexibel innovaties door te voeren. Deze zelf ontwikkelde apps kunnen aangeboden worden in de online application store van de PaaS provider, hetgeen de innovatie van andere klanten weer kan versnellen.
Voor grote klanten die bijvoorbeeld al een ERP-systeem geïmplementeerd hebben, maar toch op zoek zijn naar meer flexibiliteit, kan een PaaS platform in sommige gevallen ook uitkomst bieden. Voor hen zal de mogelijkheid van procesautomatisering het belangrijkste argument zijn om wel of niet voor een PaaS platform te kiezen. Anders dan in de tijd van de grote ERP-systemen, toen we dachten dat alle data in één grote centrale database opgeslagen moest worden, stellen we in de Cloud het proces centraal. Het is een utopie gebleken om alle data in één database te krijgen, laat staan dat ons dat flexibeler heeft gemaakt. Door het proces centraal te stellen en juist daarin flexibel te kunnen programmeren, maakt het niet uit welke of wiens database geraadpleegd moet worden, zolang we maar kunnen connecteren. Dat betekent dat we veel sneller kunnen reageren op vragen van de business, die over het algemeen veel sneller wijzigen dan de afschrijvingstermijn van een ERP-systeem. Dit betekent overigens niet dat de klant afscheid moet nemen van het ERP-systeem, maar dat het ERP-systeem juist één van de databases is, waarmee we willen connecteren. Het betekent wél dat er veel meer focus komt op de optimalisatie van het proces. Dat maakt dat we veel sneller kunnen beslissen om verouderde componenten te vervangen door nieuwe of flexibeler componenten om daarmee het primaire proces optimaal te kunnen ondersteunen.
Samengevat: op de ‘Platform-as-a-Service’ laag worden de ‘Economies-of-Skills’ gerealiseerd, zoals bedoeld in de theorie van “Unbundling the Corporation”. We kiezen de beste componenten, bouwen datgene wat nog ontbreekt er zelf bij en assembleren dat tot een maatwerk oplossing. Deze manier van on-demand assemblage biedt voor het eerst in de geschiedenis de mogelijkheid van mass-customisation in de IT, wat op zichzelf al een ongekende innovatie is. Voor grote bedrijven met legacy systemen is het mogelijk om met behulp van een PaaS platform de nieuwe online applicaties met bestaande IT systemen te integreren.
- Tenslotte de Software-as-a-Service laag. Op deze laag bieden de software vendoren hun applicaties aan tegen een prijs per gebruiker per maand. Dat kunnen stand-alone applicaties zijn, maar dat kunnen ook applicaties zijn, die onderdeel uitmaken van een groter PaaS platform, zoals hierboven beschreven. In dat laatste geval zal de onderlinge integratie kinderlijk eenvoudig zijn, maar ook in het geval van een stand-alone applicatie is de integratie met andere applicaties over het algemeen eenvoudig te realiseren met behulp van webservices. Dat is althans het kenmerk van een goede SaaS-provider: API’s, waarmee webservices kunnen connecteren, worden openlijk gepubliceerd aan iedereen die er mee wil werken. De eenvoud en de snelheid, waarmee geïntegreerd kan worden met andere applicaties dankzij het feit dat het allemaal web-based applicaties zijn, is evident. Daarnaast geldt voor SaaS-providers het voordeel dat zij als provider slechts één platform hoeven te onderhouden. Dat maakt een upgrade naar een volgende versie kinderspel vergeleken met de upgrade van een softwarepakket dat bij klanten on-premise draait. Daardoor kan de frequentie van upgrades worden opgevoerd en kunnen er veel kleine upgrades plaats vinden in plaats van deze te moeten bundelen tot een paar grote upgrades per jaar, zoals dat tot nu toe gebruikelijk is bij pakketsoftware. SaaS-providers plannen upgrades per week of per dag in plaats van per jaar, waarmee meteen duidelijk is wat dat doet met de snelheid van innoveren. Het voordeel van de Cloud voor een SaaS-provider is dat zij zich volledig kunnen concentreren op hun core business, namelijk: het ontwikkelen en beheren van hun applicatie. Als ze daartoe gebruik maken van een PaaS platform biedt dat extra voordelen ten aanzien van de snelheid van programmeren en de daaraan gerelateerde kostenreducties. Maar ook als zij alleen gebruik maken van de infrastructuur van een IaaS provider hoeven zij zich geen zorgen meer te maken over de beschikbaarheid van de infrastructuur.
Het voordeel van het gebruik van SaaS-diensten voor de eindgebruikers is ook evident. Zij hebben geen omkijken meer naar hun applicaties, die als on-line dienst via het internet genuttigd worden. Zij hoeven zich geen zorgen meer te maken over patches en updates, die nu door de SaaS-providers verzorgd worden. Zij hoeven zich ook geen zorgen meer te maken over investeringen in hardware of de lifecycle van hun applicaties, die zij flexibel en on-demand afnemen. Zij kunnen zich concentreren op hun eigen core business. Voor beide partijen, afnemers en aanbieders van SaaS-diensten, gelden de voordelen van ‘Economies-of-Scope’.
Deze drie lagen in de Cloud-stack noemen we de Cloud enablers, omdat zij de klanten van de Cloud providers in staat stellen precies datgene af te nemen waar zij behoefte aan hebben. Flexibiliteit dus niet alleen in termen van schaalbaarheid en pay-as-you-go, maar ook in termen van functionaliteit. Daarmee stelt de Cloud ons in staat de theorie van ‘Unbundling the Corporation’ toe te passen op de IT-stack: ga doen waar je goed in bent en besteed de rest uit aan derden die daar beter in zijn, dan zal je zien dat je flexibeler wordt en sneller kan innoveren.
De Cloud stelt ons in staat de theorie van ‘Unbundling the Corporation’ toe te passen op de IT-stack.
Maar de Cloud voegt daar een extra dimensie aan toe: de communicatie tussen de lagen in de Cloud-stack is niet alleen eenvoudig en goedkoop geworden, maar door gebruik te maken van Webservices of API’s is er sprake van geautomatiseerde, real-time informatie-overdracht. En als ergens informatie altijd up-to-date beschikbaar is, wil je daar natuurlijk optimaal gebruik van maken: niet nog een keer doen wat een ander sneller of beter kan dan jijzelf. Dankzij de ‘Platform-as-a-Service’ laag kan de informatie uit verschillende bronnen geïntegreerd worden en kan bovendien het proces tussen die informatie en verschillende applicaties geautomatiseerd worden.
Om die ontwikkeling te duiden heeft Gartner twee extra lagen toegevoegd aan de Cloud-stack: Information Services en Business Process Services, die we nader zullen toelichten:
- Onder Information Services verstaan we die diensten, waarbij uitsluitend informatie of data ter beschikking wordt gesteld. Dat kan eenmalig, zoals in het geval van Carspotter, waarmee middels het verzenden van een kenteken per sms bericht, de waarde van de desbetreffende auto kan worden opgevraagd. Maar dat kan ook in een abonnementsvorm, waarmee toegang wordt verkregen tot een database, om gedurende de abonnementsperiode data uit de database op te kunnen vragen. Een goed voorbeeld daarvan is de informatie van de Kamer van Koophandel, die met behulp van Webservices bevraagd kan worden door bijvoorbeeld een CRM-applicatie. De CRM-applicatie slaat deze informatie niet op, want dat leidt slechts tot verouderde data, maar leest telkens real-time de meest up-to-date gegevens uit. De Kamer van Koophandel verzamelt en produceert gegevens en de CRM-applicatie haalt deze daar, waar deze het beste en het goedkoopst geproduceerd kan worden: bij de bron. Dit wordt ‘Connected CRM’ genoemd en zou er toe kunnen leiden dat in de toekomst een CRM systeem bestaat uit een framework zonder database, waarin allerlei Information Services gebundeld worden tot een totaal overzicht van klantgegevens.
- Met Business Process Services worden diensten bedoeld, waar data niet alleen verzameld, maar ook bewerkt wordt. Die bewerking voegt waarde toe. Ook dat kan een eenmalige handeling zijn, zoals een online enquête systeem, die we allemaal wel eens hebben ingevuld, of een online examen systeem, waarmee je het examen voor bijvoorbeeld het Vaarbewijs kan afleggen. Maar het kan ook repeterend van aard zijn, zoals de productie van salarisstrookjes. Een mooi voorbeeld van een dergelijke dienst is iDeal, een online betalingssysteem van samenwerkende banken, dat niets meer is dan een schil rondom de bestaande systemen van internetbankieren. Door de verschillende systemen van internetbankieren te combineren in één iDeal portaal, werd een universeel online betalingssysteem gebouwd. Het interessante van dit voorbeeld is het feit dat, tegen een fractie van de kosten waarvoor anders een heel nieuw online betalingssysteem gebouwd had moeten worden, er een nieuwe speler in de markt is opgestaan, die qua vertrouwensband met de eindgebruikers alle andere spelers op achterstand zet. Dat is een typische eigenschap van de Cloud: hergebruik van bestaande applicaties met in dit geval als bijkomend voordeel de vertrouwensband met de klant. Techniek is ‘uit’, Trust is ‘in’. In Nederland is iDeal inmiddels marktleider en het systeem is zo succesvol dat er wordt nagedacht over expansie naar het buitenland. Zo zullen er in de toekomst meer van dit soort disruptive business cases op de markt verschijnen.

De Information Services en Business Process Services worden de Business enablers genoemd, omdat ze de klanten van de Cloud providers in staat stellen om met behulp van de Cloud enablers nieuwe diensten te bouwen, waarmee ze waarde creëren voor de business.
Samenvatting
We hebben gezien dat de Cloud ons in staat stelt om de theorie van “Unbundling the Corporation” toe te passen op de IT-stack, waarbij we onderscheid maken tussen ‘Infrastructure-as-a-Service’, ‘Platform-as-a-Service’ en “Software-as-a-Service’, die samen de Cloud enablers vormen. Daarmee kunnen we het primaire proces van online applicaties, online diensten of van de eigen IT afdeling flexibel inrichten en sneller reageren op datgene wat de markt of de organisatie vraagt qua vorm, functie of aantallen. Gebruik makend van die Cloud enablers kunnen we bovendien nieuwe innovatieve Information Services en Business Process Services ontwikkelen, waarmee we waarde creëren met behulp van IT. Dat alles maakt dat de Cloud van grote strategische betekenis is voor elke organisatie waar IT een belangrijke rol speelt in het primaire proces.
Auteur: Michiel de van der Schueren