De Public Cloud kent ook zijn grenzen

door 2 april 2016

Alle data die wij tegen­woordig produ­ceren en consul­teren worden gecen­tra­li­seerd dankzij Cloud computing en zijn beschik­baar op elk moment van de dag, en altijd binnen handbereik.
Grote Public Cloud spelers zoals Dropbox, Spotify, Apple, Google en Microsoft zijn verant­woor­de­lijk voor de verplaat­sing van al uw gegevens naar de Cloud.

Voor degenen die onze blogs niet volgen, een Public Cloud is een platform van gedeelde servers, opslag en netwerk capa­ci­teit die eigendom zijn en worden beheerd door een enkele aanbieder, waarvan Amazon, Microsoft en Google de belang­rijkste spelers zijn.

De verschui­ving van public naar private Cloud

Public Cloud blijkt niet altijd zo inte­res­sant als het lijkt, het nieuws gaat dat Dropbox, die reeds ruime tijd gebruik maakte van Amazon Web Services om de bestanden op te slaan, nu al het grootste deel (90%) heeft verhuisd naar haar eigen infra­struc­tuur. Dropbox heeft twee soorten data: metadata van de gebrui­kers en de bestanden zelf. Ze hadden altijd al een hybride Cloud-archi­tec­tuur, waarbij het hosten van de metadata op hun servers in eigen data­cen­ters gebeurd en het beheren en opslaan van de bestanden op Amazon (AWS).

Er is een zeer dunne lijn tussen de moge­lijk­heid om uw IT omgeving snel en betrouw­baar beschik­baar te hebben dankzij Public Cloud services, en het vertrouwen in slechts één enkele Cloud provider. De meeste bedrijven met grote hoeveel­heden gegevens om op te slaan en te beheren willen meer dan één service provider om zich toe te kunnen wenden.
Want wie wil er afhan­ke­lijk zijn van slechts één leve­ran­cier voor al zijn bedrijfs­kri­ti­sche gegevens?

Zoals het spreekwoord zegt: “Best niet alle eieren in één mandje leggen“

Waar­schijn­lijk het best bewaarde geheim is dat Apple met behulp van AWS en Microsoft Azure zijn eigen iCloud opslag­dienst verkoopt, en nu dus ook Google hiervoor gaat gebruiken.
Het lijkt erop dat Apple eender welke Cloud providers zal inscha­kelen, om zo betere prijzen te kunnen onder­han­delen tussen de aanbie­ders, totdat men hun eigen infra­struc­tuur klaar heeft om zelf iCloud te kunnen hosten en aanbieden. Hiermee lijkt het erop dat ze de Dropbox-strategie zullen volgen.

Ook Spotify is in beweging, maar dan in de tegen­over­ge­stelde richting. Tot nu toe had het bedrijf zijn eigen data­cen­ters met servers, steeds dicht in de buurt van hun luis­te­raars, zodat deze op hun beurt de muziek zo snel als gewenst kunnen streamen. Maar sinds kort heeft het bedrijf afscheid genomen van deze aanpak en maakt het gebruik van het Google Cloud Platform. Zelfs Netflix als beste voorbeeld van een sinds jaren trouwe Amazon klant, maakt nu ook gebruik van Google Cloud voor archiveringsdoeleinden.

Veel bedrijven denken aan mini­ma­li­satie van de kosten voor zaken zoals het data­center en eigen servers. Amazon, Microsoft en Google trachten hiervan te profi­teren door deze aan te kunnen bieden, in een Infra­struc­ture of Platform as a Service model. Maar onder­tussen moeten zij ook nog eens rekening houden met de enorme hoeveel­heid data die we met zijn allen per minuut produ­ceren om hun eigen capa­ci­teit blijvend uit te kunnen breiden. Hierdoor kunnen zij genood­zaakt worden om te gaan samen­werken onder andere door het delen van hun data­center footprint onder elkaar, om te blijven voldoen aan de benodigde capa­ci­teit (volume) versus de uptime van hun eigen diensten (waarde), en dit ten voordele van de strijd om de consument.

Het zou bijzonder zijn om te zien dat Apple, Google of Microsoft ooit ons de keuze zal geven tussen hun data­cen­ters onderling om gegevens op te kunnen slaan. Inte­res­sant, maar het zal waar­schijn­lijk niet gebeuren.

Pin It on Pinterest

Share This