Voor al diegene die weinig tijd hebben, zal ik beginnen met een duidelijk antwoord: ja, u bent klaar voor de Cloud. Ziezo, u kan nu stoppen met verder lezen.
Voor al de anderen: de vraag is eigenlijk verkeerd gesteld. Iedereen is klaar voor de Cloud. Iedereen gebruikt al de Cloud. De juiste vraag is: in welke mate bent u klaar voor de Cloud of met wat bent u beter af met de Cloud. Als u nog een beetje meer tijd heeft, dan zal ik dieper op deze vragen ingaan.

Sta me toe mijn korte ja even toe te lichten. Om mijn antwoord te begrijpen, moeten we eerst over­een­komen wat die Cloud nu eigenlijk is. Er zijn duizenden defi­ni­ties te vinden en er is er geen enkele de juiste, in die zin dat er geen enkele is die alle anderen overklast of bewijst dat al de andere defi­ni­ties fout zijn. Ik ga u dus mijn definitie geven, die in de context van deze blog het beste werkt.

Wat is de Cloud?

Ik gebruik zelf altijd twee defi­ni­ties, afhan­ke­lijk van het gezichts­punt van mijn gespreks­partner. Indien dat een gebruiker is, dan definieer ik de Cloud als “het geheel van IT-services die via het Internet ontsloten wordt en op een gecen­tra­li­seerde manier wordt aange­boden”. Indien ik tegen een leve­ran­cier praat, dan verander ik de definitie naar “het geheel van IT-services die via het Internet ontsloten wordt en op een gede­cen­tra­li­seerde manier wordt aangeboden”.

OK, lees nog maar eens boven­staande alinea na, want het zou kunnen dat u denkt dat ik ofwel twee keer hetzelfde heb gezegd ofwel dat ik gewoon raaskal. Eerst wil ik even wijzen op wat gelijk is in beide defi­ni­ties: de Cloud wordt ontsloten via het Internet. Met het Internet bedoel ik dan een netwerk bestaande uit verschil­lende deel­net­werken. Zonder Internet geen Cloud.

Voor wie het verschil niet heeft gezien: gecentraliseerd/gedecentraliseerd. Nonsens? Het verschil zit er in of je de Cloud van buitenaf bekijkt – als gebrui­kers – dan wel van binnenuit – als leve­ran­cier of systeem­be­heerder of techneut.

Vanuit het gebrui­kers­stand­punt gaat het om een gecen­tra­li­seerd geheel. Een kenmerk van de Cloud is dat wat u gebruikt in de Cloud, niet meer bij u draait. Niet op uw laptop, niet op uw lokale server, maar ergens daar buiten in de Cloud. Op een gecen­tra­li­seerde manier. Zoals in de goede oude dagen van de mainframe. IT komt uit lang vervlogen tijd­perken van een systeem waarbij de gebruiker enkel een domme terminal had en alles op een centrale grote computer draaide. Vervol­gens kwam de PC (personal computer) waarbij alles van kant verhuisde en alles lokaal kwam te staan. Zoals in iedere goede slin­ger­be­we­ging kwam daarna de weg terug via lokale netwerken en nu het Internet waarbij veel dingen niet meer gebruik maken van uw CPU en memory, maar ergens elders draaien. Voor wie de Cloud als één geheel buiten zichzelf beschouwt, is dat een gecen­tra­li­seerde manier van werken.

Hybrid-cloud

Een techneut echter die binnen die wolk werkt, ziet het net helemaal anders. In plaats van op één groot systeem te werken, ziet hij duizenden servers ieder apart een deel van het werk doen, al dan niet in zijn eigen beheer. Voor een Cloud­werker is de Cloud een enorm gede­cen­tra­li­seerd systeem, waarbij de resources over gans de wereld verspreid kan zijn.

Iedereen gebruikt de Cloud

Van de dag dat u uw eerste inter­ne­t­aan­slui­ting nam, hebt u de Cloud gebruikt. De eerste website die u bezocht, draaide ergens op een webserver in die Cloud. Uw eerste email­adres, nog lang voor er sprake was van Hotmail of Gmail, draaide op een mail­server ergens in die Cloud, waar­schijn­lijk bij uw access provider. Het Internet is de Cloud en u kan niet het ene gebruiken zonder het andere. Daarom mijn antwoord: iedereen is klaar voor de Cloud want iedereen gebruikt de Cloud al. Facebook, Twitter, Gmail, blog​.com, Sales­force, pukkelpop​.be, … het draait allemaal in de Cloud.

Waarom spreken we dan enkel de afgelopen jaren van de Cloud? Omdat het speelveld voor de aanbie­ders op technisch vlak veranderd is. Door virtu­a­li­satie is die decen­tra­li­se­ring waarvan ik sprak voor de techneut pas echt los gebarsten. Vroeger was een webserver echt één fysische machine, waar één of meerdere sites op draaiden. Vandaag is een fysische machine enkel nog maar een stuk hardware, waar een stuk van een virtuele machine op draait. Want zelfs één virtuele machine is opge­splitst in cpu en storage – om maar twee voor­beelden te noemen – die op verschil­lende apparaten draaien.

Die nieuwe tech­nieken brachten een aantal voordelen mee. Ik vind dat het grootste voordeel is dat we op die manier de band tussen appli­catie en hardware hebben verbroken. Virtu­a­li­satie heeft op die manier tot tal van voordelen geleid, maar als ik mij tot de belang­rijkste beperk, noem ik schaal­baar­heid, flexi­bi­li­teit en high avai­la­bi­lity als de top drie.

Volgende week kan u het vervolg lezen op : Bent u al klaar voor de Cloud?

Auteur : David Geens, Managing Partner bij Nucleus

Pin It on Pinterest

Share This